Nicole Bijen & Betty Morsinkhof

Geplaatst op: 01 maart 2019

Leestijd: 3 minuten

Burbach in gesprek met… De Keiensleppers

Niet te missen, het enorme blauwwitte bord met de verlichte steek. Hier huist stadsprins Erik-Jan, het boegbeeld van De Keiensleppers. Én van Allround Ongediertebestrijding. Onder het motto ‘Alle ongedierte in de val, dan duiken wij door het carnaval’ voert hij het Haaksbergse narrenvolk aan. Drie dagen carnavalsgedruis staan voor de deur. Eens even vragen of de stadsprins er klaar voor is. Nicole BIJEN waagt zich in het hol van de leeuw. Erik-Jan ter Beeke stelt haar snel gerust: “Bijen verplaatsen we alleen maar als ze overlast geven.”

Trouwens, waar is de zwerfkei die het domicilie van de stadsprins markeert? 

“Euh, … die is weg.”

Hè… zo’n joekel van een steen neem je toch niet zo effe mee?

“Klopt, daar is groot materieel voor nodig. Tijdens ons gala is de kei ontvreemd. Maar we hebben de camerabeelden nog… ha, ha! De kei ligt waarschijnlijk in Neede bij prins Patrick van De Vlearmuze. Op de Gelderse hoogheden-dag kregen we een vracht gruis en brokstukken. Als ware de kei vermorzeld. Prachtig dat soort ludieke acties. Daar zijn we constant mee bezig. Tja, nu heb ik dus niet goed op de kei gepast. En dat kost me wel een barbecue. Zo staat het in het reglement van De Keiensleppers.”

Altijd al gedroomd om stadsprins van het Asschedorp te zijn?

“Nee. Helemáál niet eigenlijk. Dat ze me vroegen was een complete verrassing. Zelf wist ik gelijk het antwoord. Maar ik wilde het wel eerst thuis overleggen. Dit is iets van sámen en daar moet het hele gezin achter staan. We waren er snel uit. En geen seconde spijt, want ik geniet hele dagen.”

Wat is voor jou het mooie van carnaval?

“Dat iedereen mee kan doen, welke achtergrond je ook hebt. Rangen of standen tellen niet. Alle neuzen wijzen dezelfde kant op.”

Hoe vierde jij tot nu toe carnaval?

“Met de mensen van VASH (= vereniging aangepast sporten Haaksbergen) hebben we jarenlang een carnavalswagen gebouwd. Dat gebeurde hier in de grote schuur. Super gezellig, altijd volk over de vloer, zorgen voor koffie en iets te eten. Maar deze keer dus niet. Een poosje nadat Bram in ons leven kwam hebben we ons aangesloten bij de VASH-familie. Onze zoon heeft namelijk het syndroom van Down. Carnaval vindt hij prachtig.”

Dat bouwen van een carnavalswagen, wanneer begin je daar eigenlijk mee?

“Zo ongeveer in september. In de optocht ontstaat vaak al het thema voor het volgende jaar. Je moet er wel iets ludieks mee kunnen, bijvoorbeeld met woordspelingen of kleuren. Anders is het niet leuk. In 2018 hadden we ‘afvalscheiding is één groot circus’ uitgewerkt. Daar kon je heel veel mee.”

Zaterdag de optocht in Haaksbergen…

“Ja, elk jaar weer uitstekend georganiseerd door de HaKaOp. Daar hebben ze een hoop werk mee.

Dit keer sta ik op het hoogste puntje van de prinsenwagen van De Keiensleppers. Bram is bij me! Ge-wel-dig vindt hij dat. En ik ook. ‘Ik sta bij papa op de wagen!’ roept Bram trots tegen iedereen die het maar horen wil. Hartverwarmend hoe hij wordt opgenomen in de vereniging en mee kan doen. Ik moet natuurlijk ook allerlei officiële handelingen verrichten. Iemand uit de Raad van Elf heeft spontaan aangeboden om zich dan over Bram te ontfermen.”

Druk, druk, druk dus. En ondertussen dansen de muizen op tafel?

“Oh nee, zeker niet! Door de week ben ik gewoon bezig met ongediertebestrijding. Het carnavalsgebeuren speelt zich vooral af in de weekenden. Dan doen we normaal gesproken alleen spoedgevallen. In deze tijd van het jaar valt dat prima te combineren.”

Wat doet Allround precies?

“We bestrijden ongedierte als onder meer clustervliegen, kevers, wespen, houtworm, muizen, ratten en mollen. Door aangescherpte milieuregels ligt het gebruik van gif aan banden. Vandaag de dag ben je veel preventief bezig met het buiten de deur houden van ongedierte. Ter plekke bedenken en maken we oplossingen, zodat die beestjes niet binnen kunnen komen. In wezen ben je meteen ook een klussenbedrijf.”

Welke boodschap heeft de stadsprins voor Haaksbergen?

“Pff, wat een vraag…. Wees niet tégen elkaar, maar mét elkaar. Want sámen kom je verder.”